skip to Main Content

Preventie schoorsteenbranden

Maatregelen voor o.a. houtkachels en pelletkachels

De oorzaak van een schoorsteenbrand is veelal het stookgedrag of een onjuist aangelegde schoorsteen. Als een schoorsteen juist is aangelegd, zal een schoorsteenbrand bijna altijd beperkt blijven tot een schoorsteenbrand, want schoorstenen worden juist getest op het doorstaan van een schoorsteenbrand. Toch zien wij regelmatig schoorstenen die niet zijn aangelegd conform de normering. Dit heeft vooral te maken met een gebrek aan kennis. Dit is ook logisch, want als de kachel aanstaat en je maakt bijvoorbeeld gebruik van een dubbelwandig geïsoleerde schoorsteenpijp, dan wordt deze pijp aan de buitenzijde veelal maar handwarm waardoor men er vanuit gaat dat deze situatie al voldoende veilig is.

Maar als de kachel al een tijdje wordt gebruikt kan in het schoorsteenkanaal een creosootlaag ontstaan. Eenzelfde laag kan ook ontstaan bij pelletkachels ook al is de kans hierop kleiner. Maar geheel voorkomen is niet mogelijk. Als deze creosootlaag voldoende dik is en in brand raakt, dan kan de temperatuur oplopen tot 1.000 ⁰C in de pijp. En als de schoorsteen dan onjuist is aangelegd, kunnen materialen aan de buitenzijde van de schoorsteen worden aangestraald (pyrofoor, oftewel aan de lucht ontvlammend, worden) en uiteindelijk in brand vliegen. Er is dan sprake van een brand buiten de schoorsteen en dit kan grote gevolgen hebben. Door onderstaande maatregelen te nemen kan deze situatie worden voorkomen.

Een creosoot

1 - Aanleg

Rookkanaal

Veelal wordt er gebruik gemaakt van een gemetseld rookkanaal of een dubbelwandig rookkanaal. Met name deze laatste wordt het meest toegepast.

Zorg ervoor dat het rookkanaal wordt aangebracht conform de montagehandleiding. Sinds 1 januari 2019 moet deze voldoen aan de NEN 6062:2017 (artikel 2.59 in het bouwbesluit).

In de handleiding staat vermeld welke afstand moet worden gehanteerd bij T600. De brandveilige afstand wordt dan aangeduid met G + een getal, bijvoorbeeld G50.

Dit houdt in dat alle brandbare materialen op minimaal 50 mm afstand van het rookkanaal moeten worden geplaatst. Dit geldt dus ook ter plaatse van de dakdoorvoer. Als er G0 staat (achter T600) houdt dit in dat er geen restricties gelden voor de afstand tot aan brandbare materialen. Wel adviseren wij ook in deze situatie altijd een minimale vrije afstand aan te houden van 10 mm, zodat de hitte die vrijkomt altijd naar boven wordt afgevoerd en niet kan overgaan naar het dakbeschot.

blank

Deze afbeelding laat een onjuist aangelegd rookkanaal zien.

Kenmerk dubbelwandig rookkanaal:

T600:G75 (X)

X: > 75 mm = norm

Y: > 500 mm = advies Burghgraef van Tiel.

Brandwerende betimmering

Vrijwel alle dubbelwandig geïsoleerde kanalen moeten brandwerend worden afgeschermd. Bij het toepassen van een brandwerende afscherming is het van belang dat de vrije ruimte, die vermeld wordt achter de letter G, wordt gehanteerd. Dus bij G75, moet de vrije ruimte tussen de betimmering en het rookkanaal minimaal 75mm zijn. De brandwerende betimmering houdt namelijk het vuur tegen, maar de hitte gaat uiteindelijk wel door de plaat en als de afstand tussen de plaat en het rookkanaal onvoldoende is kan door het pyrofoor worden van hout (bijvoorbeeld het dakbeschot) de brand vanuit het rookkanaal dus overslaan naar het dakbeschot, ondanks de brandwerende afscherming. Daarnaast moet men er rekening mee houden dat er geen houten delen tussen het rookkanaal en de brandwerende betimmering zijn geplaatst en tevens moeten de schroeven zo geplaatst worden dat ze niet de hitte kunnen overbrengen naar de brandbare delen achter de brandwerende plaat.

2 - Stookgedrag

Door een goed stookbeleid voorkom je een schoorsteenbrand. Een goed beleid wordt onder andere gevormd door:

  • Het gebruik van droog hout (minimaal 1-3 jaar gedroogd);
  • Het gebruik van hout dat weinig hars bevat;
  • Het niet gebruiken van geverfd hout, nat hout, geïmpregneerd hout, kranten, plastics, rubber, etc.
blank

3 - Onderhoud

Laat je schoorsteen minimaal 1x per jaar vegen. Gebruik je de kachel dagelijks? Dan adviseren wij een 2e veegactie te laten plaatsvinden in maart. Bij een rietgedekte kap altijd laten vegen van bovenaf, zodat de vonkenvanger gecontroleerd kan worden op vervuiling en eventuele andere defecten.

4 - Overige aandachtspunten

  • Bij rietgedekte daken is een vonkenvanger verplicht;
  • Laat het kanaal regelmatig (bijvoorbeeld 1x per 3 jaar) inwendig controleren door middel van een camera-inspectie;
  • Als je een rietgedekte kap hebt, controleer je ook je directe omgeving op gevaren (houtkachels, vuurkorven e.d.);
  • As afkomstig uit de kachel (ook bij pelletkachels) altijd direct afvoeren buiten de gebouwen. Vuurresten in as kunnen zelfs na 48 uur nog een brand veroorzaken;
  • Gebruik geen stofzuiger voor het opzuigen van het as uit de kachel;
  • Zorg ervoor dat er binnen 1 meter van de kachel geen brandbare goederen worden opgeslagen;
  • Zorg er bij pelletkachels voor dat de kachels conform specificaties van de leverancier worden onderhouden en laat het onderhoud doen door een deskundig bedrijf.
Back To Top
×Close search
Zoeken